Barmhartig?

Barmhartig? Of medeschuldig?

Franciscus

Uit onze catechismus kennen we zeker nog de zogenaamde ‘vreemde zonden’: zonden die men zelf niet bedrijft, maar waaraan men toch medeschuldig wordt. Bijvoorbeeld wordt het verantwoordelijke gezag (ouders, priesters, bisschoppen, de paus, regeerders) zelf schuldig aan een zonde, wanneer het daarin toestemt, deze zonde niet straft, ertoe aanzet, of door stilzwijgen ermee instemt, door de vingers ziet, niet veroordeelt. Het is precies deze vreemde zonde, die de laatste tijd alom barmhartigheid wordt genoemd, op de eerste plaats door de huidige bezetter van de Stoel van Petrus, Bergoglio.
Voorbeelden die hij verleden jaar hiervan gaf, liggen nog vers in het geheugen, zoals zijn expliciete weigering om de zware wraakroepende zonde van homoseksualiteit te veroordelen. En dit, tegelijk met het publiek tonen van waardering van hun ‘bijdrage aan de samenleving’. Of het geval ‘Lisbona’, de met een gescheiden man samenwonende vrouw, naar wie Bergoglio persoonlijk opbelde, om haar aan te raden naar een andere parochie te gaan voor de Communie, aangezien de pastoor haar de sacramenten weigerde. Barmhartigheid, of iemand bedriegen, bevestigen en sterken in diens zware zonde?

Onlangs is er weer een nieuw voorbeeld bijgekomen van hoe men, ook zonder de officiële leer te veranderen, in de praktijk toch nog de laatste restjes van geloof en zeden kan doden in de harten van de mensen. Door in de praktijk gewoon te doen alsof de zonde niet meer bestaat. Op uitdrukkelijke wens van Bergoglio is het protocol voor de ontvangst van katholieke staatshoofden door de paus aangepast. Tot nog toe kon de vrouw van een staatshoofd niet officieel ontvangen worden indien hij niet met haar gehuwd was. Vanaf nu zal er echter geen enkel onderscheid meer gemaakt worden tussen staatshoofden die katholiek gehuwd zijn, en anderen met een bijzit. Deze aanpassing kon Bergoglio gelijk al in praktijk brengen bij de ontvangst verleden maand van de Argentijnse president met zijn inmiddels derde bijzit. Volgens Bergoglio is deze verandering een “klein teken in de goede richting”. In werkelijkheid is het echter een uitdoven van het laatste beetje besef van de katholieke huwelijksmoraal in de harten van de mensen. En daarbij sterkt het hen in hun toestand van zonde, aangezien zij nu zien dat het ‘voor de paus ook geen verschil meer maakt’.

Daarmee is het ‘jaar van de barmhartigheid’ in werkelijkheid een jaar van laksheid, van medeplichtigheid, van vreemde zonde en van een grote toename van zondeschuld.