Het modernisme …
Op 6 januari, het hoogfeest van Driekoningen, heeft het Vaticaan een video-boodschap aan de hele wereld gepubliceerd, genaamd “video van de Paus”, waarin hij zijn maandelijkse gebedsintentie bekendmaakt. Te zien zijn Bergoglio en vier vertegenwoordigers van verscheidene religies: een boeddhistische non, een rabbijn, een katholiek priester en een moslim, elk met zijn eigen symbool in de hand. In zijn boodschap zegt Bergoglio het volgende:
De grote meerderheid van de bewoners van onze planeet noemen zich gelovig. Dit zou moeten leiden tot een dialoog tussen de godsdiensten. We moeten niet ophouden hiervoor te bidden en samen te werken met de andersdenkenden. De boeddhist stelt zijn vertrouwen in Boeddha, de jood gelooft in een (niet-drievuldige) God, de Christen gelooft in Christus, de moslim gelooft in Allah: Velen denken anders, ervaren dingen op een andere wijze, zij zoeken en vinden God op verschillende manieren. In deze veelvoud, in deze waaier van religies, is er maar één zekerheid waarvan wij geloven dat ze geldt voor allen: wij zijn allen kinderen van God. De boeddhist, de jood, de moslim, de Christen: allen geloven in de liefde.
Ik vertrouw op jullie, om mijn intentie voor deze maand te verspreiden: „Dat oprechte dialoog tussen mannen en vrouwen van verschillende religies, vruchten moge brengen van vrede en rechtvaardigheid”. Ik vertrouw op jouw gebed.
en de leer van de Katholieke Kerk:
Herinneren wij ons het slotevangelie van de H. Mis, waarin wij lezen: Alwie Hem aannamen, gaf Hij de macht om kinderen van God te worden: aan hen die in Zijn Naam geloven…
Herinneren we ons ook dat elke katholiek moet geloven, dat Christus, de Heilige Kerk en de Stoel van Petrus, in de persoon van zijn ware Plaatsbekleder, onmogelijk de dwaling kan verbreiden en leren aan de gehele wereld.
Herinneren wij ons tenslotte de katholieke leer in de Encycliek Mortalium animos, waar Paus Pius XI., ook hij op het feest van Driekoningen, leert:
“Overtuigd door het feit dat zelden mensen worden gevonden, die totaal geen godsdienstzin hebben, denken zij te kunnen hopen, dat het niet moeilijk zal zijn om, ondanks de grote godsdienstige verschillen, de volken broederlijk te doen instemmen in het gemeenschappelijk belijden van enige beginselen, als gezamenlijke grondslag van een godsdienstig leven. Daartoe houden zij bijeenkomsten (…) waar allen zonder onderscheid worden geno-digd, heidenen zowel als Christenen, en zelfs zij, die Christus ontrouw zijn geworden en Zijn Godheid en Goddelijke Zending hardnekkig bestrijden.
Dergelijke ondernemingen kunnen geenszins door katholieken goedgekeurd worden, daar zij berusten op de dwaling, dat elke godsdienst min of meer goed is, daar iedere godsdienst, hoewel op verschillende wijzen, het ons aangeboren gevoelen tot uitdrukking brengt, dat ons tot God doet verlangen en ons zijn macht doet erkennen.
De aanhangers van deze theorieën zijn echter niet alleen verstrikt in de dwaling en bevangen door hun waanbeelden, maar ze verstoten ook de ware godsdienst, waarvan zij het begrip zelf vervalsen. En zo glijden zij af naar het naturalisme en volkomen goddeloosheid. Duidelijk is dus, dat wie deze meningen huldigt, en wie deze pogingen steunt, volledig is afgedwaald van de door God geopenbaarde godsdienst.
En nog lichter wordt men bedrogen, waar men tracht, onder schijn van goed alle Christenen te verenigen. Is het niet terecht, zo zegt men, ja, de plicht van ieder die zich Christen noemt, om het onderlinge twisten eens te staken, en eindelijk elkander te vinden in de band van wederzijdse naastenliefde? (…) Evenwel onder de lokkende streling van hun woorden schuilt een zeer gevaarlijke dwaling, die de grondslag van het Katholieke Geloof ondergraaft en vernietigt. (…)
Het is dus zeer duidelijk, dat de Apostolische Stoel op geen enkele manier kan deelnemen aan deze bijeenkomsten, en dat het aan katholieken op geen enkele manier geoorloofd is zulke ondernemingen goed te keuren of te steunen. Doen zij dit toch, dan kennen zij gezag toe aan een valse christelijke godsdienst, die aan de éne Kerk van Christus volkomen vreemd is. Kunnen Wij dulden, – hetgeen het toppunt van boosheid zou zijn, – dat de waarheid, en nog wel de door God geopenbaarde waarheid, tot voorwerp van vergelijking zou worden? Want het gaat er hier om, de geopenbaarde waarheid te verdedigen. (…)
Het kan wel de schijn hebben, dat zij (…) een zeer edel plan nastreven, om de liefde tussen alle Christenen te verbreiden; maar hoe zou de naastenliefde kunnen strekken tot nadeel van het geloof? Aan ieder immers is het bekend, dat Johannes zelf, de Apostel der liefde, die in zijn Evangelie de schatten van Jezus’ Hart openbaart, en die niet ophield aan de zijnen het nieuwe gebod ‘Bemint elkander’ te herinneren, ook volstrekt verbiedt enige omgang te hebben met hen die Christus’ leer niet volkomen en onvervalst belijden: “Komt iemand tot u, die deze leer niet meebrengt, ontvangt hem niet in huis en zegt hem zelfs niet goedendag.” Daar dus de ware liefde is gegrondvest op een gaaf en oprecht geloof, als op haar fundament, daarom moeten de leerlingen van Christus eerst verbonden worden door de eenheid van het geloof, als voornaamste band van eenheid.”
Tweet